Koterovská náves a její obnova

De geschiedenis van Koterov

Koterov heeft een van de mooiste en best bewaarde dorpspleinen in de regio Pilsen. Het getuigt van de rijkdom van de plaatselijke boerenbevolking en hun emotionele betrokkenheid bij eerdere generaties. Het is des te opvallender omdat het gaat om een voorgemeente die was en is verbonden met de industriestad Pilsen. De plaatsnaam van de gemeente komt nergens anders in Tsjechië voor en is afgeleid van de naam van de eerste eigenaar. Het dorp is genoemd naar zijn stichter Kotera of Kotora. In oude bronnen is de naam van het dorp de ene keer Koterov en dan weer Kotorov, welke laatste naam is afgeleid van het Oud-Slavische woord kotora, wat geschil of strijd betekent.

De eerste schriftelijke vermelding van Koterov gaat terug tot 1369, maar het dorp is beslist nog ouder. Na de stichting van Pilsen was waarschijnlijk het hele dorp, maar in elk geval een deel ervan, overgedragen aan de stad Pilsen. De oudste geschiedenis van het dorp is echter nogal duister en het eerste licht verschaft een oorkonde van 28 maart 1369. Deze oorkonde is zeer waardevol met name omdat zij kennis verschaft over de toenmalige sociale en juridische verhoudingen in Tsjechische dorpsgemeenschappen. Die werden bestuurd volgens het oud-Tsjechische recht, volgens welk een dorpeling-boer enkel een pachter was die elk moment door de eigenaar van het dorp van zijn land en uit zijn woning kon worden gezet. Later, met name vanaf het begin van de veertiende eeuw, verbreidde zich het erfpachtrecht, volgens hetwelk de gebruiker van de hoeve een erfelijk overdraagbaar recht bezat. Hij moest voor de grond een jaarlijkse canon betalen en hij kon als vrije beschikken over zijn boerderij. De boeren waren ontheven van verschillende plichten, met name van de herendienst, en hadden in het dorp hun eigen bestuur inzake minder gewichtige aangelegenheden. Koterov was in die periode in particuliere handen en met de genoemde oorkonde uit 1369 kocht de burger Vavřinec z Kralovic het dorp van de gebroeders Mikuláš en Jakeš z Újezda.

De nieuwe eigenaar volgens de oorkonde veranderde de rechtsverhoudingen en introduceerde het erfpachtrecht in het dorp. Het dorp bestond uit twaalf hoeven (ofwel buurtschappen) en de bewoners van elke hoeve waren verplicht 93 Praagse groschen te betalen en de molenaar honderd. Daarnaast moest iedere onderdaan met Kerstmis vier kippen betalen en met Pasen veertig eieren. In het geval dat er een algemene belasting aan de koning moest worden betaald, moest elk van de hoeven twintig groschen betalen. Tevens kreeg het dorp zijn eigen bestuur. In kleinere geschillen sprak men zelf recht volgens het recht van de stad Pilsen, grotere zaken werden door de rechtbank in de stad behandeld.

Blijkens de oorkonde uit 1369 hoorden bij het dorp ook de heuvels Kolešovka – gelegen in de richting van Božkov - en Mešnice – gelegen in de richting van Starý Plzenec. Het gaat hier om vroegere naamgevingen. Het gebrek aan historische bronnen verhindert ons om in detail de verdere gebeurtenissen van het dorp te volgen, ook al kennen we de namen van een hele rij van latere eigenaren van Koterov. Onder hen bevond zich rond 1460 ook het kapittel van de heilige Apollinaris in de Nieuwe Stad van Praag. Dit kapittel was ook de eigenaar van Bolevec, een stadsdeel van Pilsen. In 1460 kocht de stad Pilsen Bolevec om daar een aantal visvijvers aan te leggen. In 1466 verpandde koning George van Podiebrad het dorp Koterov aan Matouš ze Všechovic voor de som van vierhonderd schok groschen (één schok = 60). De koning,verbond aan de verpanding een verbod voor de nieuwe eigenaar om zijn onderdanen nieuwe, onbillijke heffingen en lasten op te leggen. Vijf jaar later verkocht Matouš echter Koterov aan een volgende eigenaar en daarna volgden snel achter elkaar nog meer eigenaren. Tot in 1507 Petr Ebrzvín z Hradiště het dorp vermaakte aan de stad Pilsen onder de voorwaarde dat de stad uit de inkomsten van het dorp de kapelaan voor het altaar van de door hem gestichte parochiekerk van Alle Heiligen zou betalen. De legatering vond daadwerkelijk plaats in 1515 na de dood van de legataris en vanaf die tijd behoort Koterov volledig aan de stad Pilsen. De inwoners waren relatief vermogend, wat bleek uit de vondst van munten tijdens de verbouwing van de stal op nummer 6. Men vond er gouden dukaten, waarvan er drie zijn tentoongesteld in het museum. Het betreft munten uit de tweede helft van de vijftiende eeuw, toen de bewoners van Tsjechië welvarend waren.

In de oorkonde van 1369 staat dat Koterov twaalf hoeven en evenveel buurtschappen telt. Dat aantal bleef lang gehandhaafd, want de verhoudingen op het platteland veranderden niet snel. In de legger voor de belastingen uit 1654 staan de namen van de eigenaren en de hoeven vermeld. Er waren negen boeren en vijf dorpelingen. Die laatsten bezaten gemiddeld slechts de helft van de grond van de boeren. Later werden die dorpelingen „halfhoevenaars“ genoemd. In 1714 voegden zich bij deze veertien inwoners nog nieuwe bewoners. Behalve een molenaar waren dat voornamelijk knechten. In totaal kwamen er 23 kolonisten en één gewone dorpeling bij. In datzelfde jaar stelde een commissie vast dat de meeste gebouwen van hout waren en dat het aantal stenen gebouwen iets hoger was dan in het naastgelegen Letkov. De bewoners van toen hadden goed onderhouden tuinen met pruimenbomen. De molenaar Ondřej Čechura had een molen op onbestendig water met twee maalinrichtingen en één molensloot. Vanaf de zestiende eeuw was er in het dorp een smidse en een taveerne. In 1565 werd er een rechtszaak over de taveerne gevoerd. Vlak daarvoor namelijk had de parvenu Jiří Kokořovec het nabije landgoed Šťáhlavy gekocht en nu eiste hij dat de Pilsener bierbrouwerij de bierschenkerij sloot, want die was toch schadelijk voor zijn landerijen. De opgeroepen getuigen uit Koterov, Černice en Letkov verklaarden echter dat de tap in de taveerne van Koterov daar al sinds mensenheugenis stond.

De groei van het aantal hoeven in de eerste helft van de achttiende eeuw getuigt van de demografische explosie van het Tsjechische platteland. In Koterov was in die periode waarschijnlijk genoeg grond, want die nieuwe hoeven van boerenknechten waren in negen gevallen gebouwd op boerengrond en in zes gevallen op gemeenschappelijke grond. Het dorp was misschien door deze uitbreiding vol, want we zien hier aan het einde van de achttiende eeuw geen verdere groei van betekenis als gevolg van de landhervorming van Franz Anton Raab, Hofrat aan het hof van Maria Theresia, wat wel het geval was in verschillende andere dorpen in de regio rond Pilsen. De uitgestrekte gronden van het vroonhof in het nabijgelegen Božkov werden niet alleen verdeeld onder de landloze bevolking, maar ook onder enkele kleinere boeren. Hun daarop volgende voorspoed uitte zich in imposante hoeven en dorpswoningen die het zelfbewustzijn van de boeren en dorpelingen benadrukte.

De relatieve welvaart in Koterov aan het einde van de achttiende en vooral ook het begin van de negentiende eeuw weerspiegelde zich, zoals al opgemerkt, in de architectuur van de boerderijen en dorpswoningen. Daarvan getuigen niet enkel de poorten en de inritten van de boerderijen, maar ook de gevels van de woongedeelten, die een rijke structuur kenden en werden versierd met pilaren en kroonlijsten, soms rechtlijnig maar vaak ook barok golvend. De opdrachtgever imponeerde graag met zijn rijkdom door een fraai versierde poort of gevel te laten bouwen, met daarop zijn naam en ook het anno Domini.
Samen met de twee kapelletjes geeft het dorpsplein van Koterov een prachtige getuigenis van de kunstzin van de vroegere bewoners en van hun welgesteldheid. Verschillende bouwstijlen zijn er te ontdekken – renaissance, barok en empire - ze zijn een duidelijk kenteken van hoe de stedelijke architectuur van het nabijgelegen Pilsen met grote vertraging werd overgenomen in de dorpsbouw. Het kapelletje op het plein is laat barok, het andere uit 1700 is ook laat barok en staat aan de weg naar Starý Plzenec.

Koterov werd in de loop van de tijd steeds verder uitgebreid. Het oude dorp werd uitgelegd langs het lange plein dat zich in benedenwaartse richting verbreedt en op het lagere deel van het plein werd een armenhuis gebouwd. Men doorkruiste het plein wanneer men vanuit Pilsen via een waadbare plaats in de rivier naar Starý Plzenec reisde.
Tijdens een grote demografische boom in de achttiende eeuw bouwden de dorpelingen en knechten huisjes en dorpswoningen onder het plein in een rij die liep evenwijdig aan de rivier tot aan de molen, en vandaar loodrecht naar de straatweg naar Pilsen. Men noemde het hier „Pod chalupy“ („Onder de dorpswoningen“). In de vorige eeuw werd het dorp uitgebreid langs de genoemde straatweg en de nieuwe wijk heette „Na Hradčanech“ (Hradčany betekent een met een hek of muur afgeschermd terrein waar mensen wonen). Daarna werd het veld „Za Kovárnou“ („Achter de smidse“) bebouwd in de richting van „K Hájím“ („Bij het bosje“) langs de weg naar Letkov. Vóór de Tweede Wereldoorlog begon men ook te bouwen langs de spoorlijn bij het station Koterov en deze uitbreidingen in het gebied waar Koterov grenst aan Pilsen en Černice gaan nog steeds verder.

De landbouwproductie lag in Koterov op hetzelfde niveau als in de omringende dorpen. Pas laat, in de zestiger jaren van de negentiende eeuw, werden er in Koterov machines in gebruik genomen. (Een van de eerste machientjes was een handdorser in 1864, in 1870 kwamen er tredmolens.) Boeren hadden meestal één boerenknecht en twee boerenmeiden in dienst. Koterov ontwikkelde zich tot 1850 relatief langzaam, pas toen in 1867 de spoorlijn Pilsen – Budweis (Plzeň – České Budějovice) klaar was, beleefde Koterov een opleving, want daardoor ontstond er een snellere en betere verbinding met Pilsen, waar vooral na 1900 veel inwoners gingen werken. Ook de aanleg in 1903 van de weg Pilsen – Starý Plzenec droeg bij aan die opleving. Toen er in Koterov fabrieksarbeiders kwamen te wonen, verspreidde zich ook hier het socialistische gedachtegoed en in 1904 werd er een afdeling van de Sociaaldemocratische Partij opgericht, pas in 1918 gevolgd door afdelingen van de Nationaalsocialistische Partij en de Agrarische Partij. In 1914 werd ook de Arbeidersturnvereniging opgericht. In de jaren twintig van de twintigste eeuw stonden er een Koterov verschillende fabrieken en bedrijven: een spinnerij, de Theiner fabriek die molenstenen en machines maakte, daarnaast ook een smederij, twee metsel- en twee timmerbedrijven. Er waren twee winkeltjes. Voor hun overige behoeften gingen de inwoners naar Pilsen.

Het culturele leven was behoorlijk ontwikkeld. Vanaf 1873 was er een school in de gemeente, in de twintiger jaren begon men daar ook lezingen te geven, waarvoor een redelijk grote belangstelling bestond, want er kwamen steeds rond de honderd mensen op de lezingen af. De plaatselijke verenigingen (Sokol Turnvereniging, de Arbeidersturnvereniging DTJ, het Arbeidersamateurtoneel en het Korps van de Vrijwillige Brandweer) voerden jaarlijks twee of drie toneelstukken op. Daarnaast waren en elk jaar vijf feesten waarop gedanst kon worden (carnavalbals, de kermis en de bedevaart.)

In vergelijking met de andere dorpen, die direct aan Pilsen vastzaten, was Koterov echter weinig geïndustrialiseerd en woonden er minder arbeiders. De grootste groei beleefde Koterov in de periode tussen de beide wereldoorlogen. In 1850 waren er 355 inwoners, in 1900 531, in 1921 749 en in 1930 1 013. Na de oorlog, in 1950, woonden er 1 672 mensen. Daarna nam het inwoneraantal af, omdat die delen van het dorp die tegen Pilsen waren aangebouwd, werden geannexeerd. En zo had Koterov in 1970 nog maar 517 inwoners. Het hing ook samen met de bestuurlijke herindeling van Pilsen. Toen groter Pilsen werd gevormd, werd Koterov één gemeente met Pilsen. Aangezien het ging om een traditioneel agrarische gemeente (in 1952 werd er in Koterov een collectief landbouwbedrijf opgericht), werd Koterov in 1964 met andere agrarische delen van Pilsen als één aparte gemeente opgenomen in de regio Pilsen – Zuid. Maar na een volgende herindeling in 1976 werd Koterov opnieuw ingelijfd door Pilsen en werd het een onderdeel van de stadsdeelgemeente Pilsen 2.
De stadsbuslijn Pilsen – Koterov – Starý Plzenec, ingevoerd in 1946, maakte een snelle en comfortabele verbinding met Pilsen mogelijk. Dat bespoedigde ook de nieuwbouw in de gemeente. Vooral in het laatste decennium zijn er veel nieuwe appartementen in bestaande eengezinswoningen tot stand gekomen. Koterov groeit, maar de nieuwbouw verstoord niet het oude historische centrum, dat een zeldzaam monument is van volksarchitectuur. Zijn behoud is de trots van de huidige gemeenschap Koterov en de stad Pilsen.